Regeling beveiligingsmaatregelen decentrale bestuurders

Steeds meer bestuurders, zoals burgemeester en gedeputeerden, krijgen in hun ambt te maken met agressie en intimidatie. Dit gebeurt niet alleen bij het gemeente- of provinciehuis, maar komt ook voor bij de privéwoningen van bestuurders. Het waarborgen van hun veiligheid is van groot belang voor de kwaliteit van het openbaar bestuur en het goed laten functioneren van onze democratie. Beveiligingsmaatregelen voor de woningen van bestuurders zijn hierbij een belangrijke basis.

Beveiligingsadvies

Op 1 januari 2024 is de vernieuwde Regeling Beveiligingsmaatregelen Decentrale Bestuurders in werking getreden. De regeling maakt het mogelijk dat decentrale bestuurders passende beveiligingsmaatregelen kunnen krijgen. Bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) kunnen zij een gesprek aanvragen, waarbij een veiligheidsadviseur de risico’s in en rondom de woning in kaart brengt. De veiligheidsadviseur van het CCV adviseert welke beveiligingsmaatregelen in de specifieke situatie passend zijn. Het kan daarbij gaan om fysieke maatregelen in en om het huis (zoals een alarmsysteem), maar ook om maatregelen die zijn gericht op bewustwording en digitale weerbaarheid. Op basis hiervan brengt de beveiligingsautoriteit (BVA) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een beveiligingsadvies op maat uit. 

Structurele tegemoetkoming BZK

Met gemeenten, provincies en waterschappen is afgesproken dat zij de geadviseerde maatregelen altijd overnemen. Zij doen dit vanuit hun werkgeversverantwoordelijkheid voor de veiligheid van hun bestuurders. Hiermee wordt tevens voorkomen dat de kosten voor benodigde beveiligingsmaatregelen onderdeel worden van politiek debat. Om provincies en gemeenten hierbij tegemoet te komen verstrekt BZK een structurele financiële bijdrage van in totaal 2,5 miljoen euro per jaar.

Politiekeurmerk veilig wonen

Decentrale bestuurders dragen, net als elke huiseigenaar, er zelf verantwoordelijkheid voor dat de woning aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) voldoet. Zo moet bijvoorbeeld het hang- en sluitwerk van de woning op orde zijn. Het PKVW is een voorwaarde voor het gebruik van de regeling. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken.