Sessies Ondersteuningsteam brengen gesprek op gang over agressie

Caroline Koetsenruijter

Aangezien agressie en intimidatie aan de orde van de dag zijn voor bestuurders en politici is het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur sinds vorig jaar met een tour gestart langs gemeenten om hen daarbij te ondersteunen. Een onderdeel van deze ondersteuning is een sessie voor de gemeenteraad en het college rond het thema agressie. Conflictexpert Caroline Koetsenruijter is een van de begeleiders van deze sessies, en vertelt wat er op zo’n avond allemaal gebeurt.

Koetsenruijter is bekend als onderzoeker, trainer en auteur op het gebied van sociale veiligheid en agressiepreventie, en schreef bestsellers als ‘Jij moet je bek houden’ en 'Het Agressieparadijs’. Inmiddels gaf ze namens het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur (OTWB) zo’n vijftien sessies aan gemeenteraden en colleges. Het Ondersteuningsteam organiseert, begeleidt en bekostigt deze bijeenkomsten, die helemaal worden afgestemd op de behoeften en wensen van de betreffende gemeente. Inmiddels heeft ze ook één sessie verzorgd voor de Statenledenvergadering in Zeeland via Statenlid.nu en het OTWB.

Voorgesprek

"Voordat een sessie kan worden georganiseerd is het essentieel om een goed voorgesprek te houden met de burgemeester en griffier", legt ze uit. “We komen immers met de boodschap dat melden van agressie helpt en hoort. We willen voorkomen dat raadsleden op zo’n avond in de juiste stand komen om agressie te melden maar dan niet weten wat er van ze wordt verwacht binnen de gemeente. Dan voeg je valse veiligheid toe. Als de gemeente zelf hier geen visie op heeft en als er geen netwerk is met politie dan wordt het lastig. Deze cursus is geen ‘u vraagt wij draaien’. Het is geen schot hagel waarbij we dan maar zien wat er uitkomt. We verwachten wel wat terug van de gemeente waar we komen. Daarom doen we zo’n voorgesprek.”

Frontlinie van onze democratie

Meestal opent de burgemeester de avond. Hij deelt dan een eigen ervaring op het gebied van agressie of intimidatie, of anders een indirecte eigen ervaring, van iemand in zijn of haar omgeving. “Dat brengt meteen de bal op de stip”, vertelt Koetsenruijter. “Daarna neem ik het stokje over en leg uit hoe de raadsleden zich in de frontlinie van onze democratie bevinden en dat er naast kritiek en emotie, steeds meer agressie is. Dat licht ik kort toe met cijfers uit de Monitor Integriteit en Veiligheid 2022.”

Daarna gaan de raadsleden in tweetallen met elkaar in gesprek over wat ze hebben meegemaakt. Van in hun gezicht gespuugd worden tijdens verkiezingscampagnes tot geslagen en mishandeld worden bij het ophangen van verkiezingsposters. "Er komen enorm veel voorbeelden naar voren", stelt Koetsenruijter. “Er zijn zelfs landelijke politieke partijen die lokale afdelingen afraden om rond te lopen met partijemblemen op jasjes met logo’s. Want dat roept te veel agressie op.”

"Vanuit het werken in tweetallen ontstaan de gesprekken op de avonden", vertelt ze verder. “Dat heb ik tot nu toe elke avond gezien. We trekken echt de gordijnen open. Het helpt dat de burgemeester zich in het begin kwetsbaar durft op te stellen. Incidenten komen ter sprake maar ook echt 'code rood-gevallen' die tot dan toe helemaal niet bekend waren bij de griffie en burgemeester, en vaak niet eens bij de eigen fractie. Dat biedt een enorme cognitieve opening. De impact blijkt groot op het persoonlijke leven, er is geen ondersteuning geweest en er is niet gereageerd op de agressor. We zien dat zelfs bij de meest gepolitiseerde gemeenteraden er door het gesprek een wij-gevoel ontstaat. Een soort NAVO-gevoel: agressie tegen één van ons, is agressie tegen ons allemaal.”

Een avond van heftige verhalen, interactie en humor

Dat is het moment dat Koetsenruijter ook de collectieve norm ter sprake brengt. Kritiek mag best, maar agressie op de persoon niet. “Omdat de agressie echt een collectief maatschappelijk probleem is, moeten we in een collectief antwoord voorzien.”

Verder krijgen raadsleden in de sessie meer te horen over oorzaken van agressie en wat er gebeurt met een melding die je doet. Vaak draagt Koetsenruijter dan het stokje over aan een teamchef van de politie. “Die vertelt dat je alles moet melden, ook als je twijfelt. De avond is overigens niet alleen maar serieus, met een grap en een grol verkennen we bijvoorbeeld waar de grens ligt. Wanneer gaat iemand te ver met agressie? Waar zit de grens van een foute grap bijvoorbeeld? Kortom, het is een avond van heftige verhalen, interactie en humor. Het doel: laten zien dat melden helpt en hoort, en wat er dan gebeurt met je melding.”

"Tijdens de bijeenkomsten kom je niet alleen maar iets tot je nemen, je komt ook iets brengen", legt Koetsenruijter uit. Ook zij deelt haar ervaringen van toen ze als ambtenaar bij het ministerie van Veiligheid en Justitie met agressie te maken had. “Het is een balans van geven en nemen. Het impliciete maken we expliciet. We horen ook dat de naasten van raadsleden het er moeilijk mee hebben. Raadsleden zelf kiezen voor deze rol, maar hun naasten niet. Veel bedreigingen gaan over familie, bijvoorbeeld over kinderen. Het is de achillespees van een politicus. Ik zou daarom graag ook avonden willen organiseren voor de naasten van politieke ambtsdragers, bijvoorbeeld met pedagogen erbij. Hoe ga je er als naaste mee om?”

Civilisatie

Waarom is er de laatste decennia toch zo’n enorme groei van agressie tegen politieke ambtsdragers? Volgens Koetsenruijter komt dat onder meer omdat we in een periode van regressie zitten in onze civilisatie. “Agressie tegen politieke ambtsdragers is wel van alle tijden. Het was er ook in de jaren ’80 bijvoorbeeld. Toen was er ook doxing, waarbij privé-adressen van politici werden gedeeld. Zo kreeg een ambtenaar na het publiceren van zijn adresgegevens door een Kamerlid van GroenLinks te maken met brandstichting bij zijn huis. Maar sindsdien hebben we meer te maken met een doorgeschoten individualisering in onze samenleving, deels gestimuleerd door onze eigen overheid met het afbouwen van de verzorgingsstaat. Daardoor is de samenleving veel meer competitief geworden. Mensen moeten meer opkomen voor hun eigen belangen. Moet ik mijn eigen boontjes doppen? Nou dan bepaal ik ook zelf wel hoe. Ik denk dat we een massale inschattingsfout hebben gemaakt dat iedereen goed met de vrijheid kan omgaan. De Tweede Kamer geeft overigens met al haar omgangsvormen ook niet altijd het goede voorbeeld.”

Het is dan ook niet gek dat Nederland op de eerste plek staat als het gaat om publieksagressie in sectoren als de zorg, onderwijs en openbaar bestuur in de European Working Condition Survey van 2015. Vergeleken met Portugal was deze agressie zeven keer zo hoog, en vergeleken met België drie keer zo hoog. “Ook voor corona waren de lontjes dus al kort.”

Meldingsbereidheid

Gelukkig is er ook echt wel verbetering te zien, gaat ze verder. “We praten er nu inmiddels over. Twee weken terug zagen we dat er een verdubbeling was van het aantal meldingen van agressie tegen politieke ambtsdragers. Dat is onder meer ook te danken aan het werk van het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur. Langzamerhand beseffen we dat het uitspreken van de norm helpt, en dat je stilhouden alleen maar eraan bijdraagt dat mensen straffeloos met agressie wegkomen. De meldingsbereidheid stijgt dus flink. We verstoppen ons niet meer. Maar nu dat de cijfers zo hoog zijn, is er geen weg meer terug. Als mensen zien dat de meldingsbereidheid groot is, zien ook meer mensen dat agressie een optie is om te gebruiken om iets gedaan te krijgen. We moeten klaarstaan met ons plan. Stop agressie samen!”